#Groei en ontwikkeling van de baby

Van gebrabbel tot eerste woordjes : het ontstaan van taal

advice gazouillis slider
Bij zijn geboorte kan je baby nog niet praten, maar hij kan wel al communiceren: door zijn blik, zijn houding en zijn gebaren of door te wenen kan hij zijn gevoelens kenbaar maken en met jou een interactie aangaan. In dit stadium zijn de mogelijkheden onbeperkt: hij is van nature voorbestemd om een gearticuleerde taal te leren en kan zich dus elke taal eigen maken en alle klanken leren uitspreken. Nog verbazingwekkender is dat hij tevens verschillende talen kan onderscheiden op basis van hun melodie. Die vaardigheden zullen geleidelijk afnemen omdat de hersenen zich concentreren op het aanleren van de moedertaal.

Je interacties met je baby zijn cruciaal om hem op weg te zetten naar taal, van de eerste blik tot de eerste zin: je bent het die een betekenis geeft aan de geluiden die hij voortbrengt. Dankzij het plezier van je reacties en antwoorden op zijn vragen geef je hem bovendien zin om die geluiden telkens weer te herhalen.
Vanaf zijn eerste levensdagen is het dus essentieel om zoveel mogelijk met je baby te praten en te tateren: door hem een stimulerende omgeving te bieden, geeft je hem alle kansen om snelle en gelijkmatige vooruitgang te boeken.

Het aanleren van een taal gebeurt bij elke baby op een ander tempo: sommige kindjes spreken al enkele woordjes uit wanneer ze één jaar zijn, terwijl andere zich op hun tweede verjaardag nog uitdrukken in een onbegrijpelijk brabbeltaaltje.
Respecteer dus de evolutie van je kind! Stimuleer het en moedig het aan, maar zet het niet onder druk: hoe meer je aandringt, des te groter is de kans dat je kind niet meer zal willen meewerken.

 

Van 0 tot 1 maand:

De eerste communicatie

Wanneer je baby ter wereld komt, is wenen zijn eerste communicatiemiddel: hij gebruikt dit om duidelijk te maken dat hij honger heeft, moet verschoond worden, nood heeft aan contact met jou of pijn heeft.

 

Van 2 tot 6 maanden:

Een waterval van klanken

Rond twee maanden begint je baby te experimenteren met de mogelijkheden van zijn strottenhoofd. Gekraai, gekir, keelgeluiden … Hij kan maar niet stoppen met kirren, tot grote vreugde van zijn omgeving! Dit eerste gebrabbel is overal ter wereld bij alle baby’s hetzelfde.


Rond vier maanden komen de eerste klinkers, te beginnen met de "a" en de "e". Een maand later kan de baby zijn eerste medeklinkers uitspreken: dit is de leeftijd van het bekende "aweuh". In deze fase heeft de baby zich al aangepast aan zijn moedertaal: een Chinese of Egyptische baby zal nu anders brabbelen dan uw kleine Belg! Praat met hem en herhaal zijn gebrabbel: je enthousiasme zal hem aanmoedigen om door te gaan.

 

Van 6 tot 9 maanden:

Herhaling van lettergrepen

Rond de leeftijd van 6 maanden vindt je baby het leuk om lettergrepen die eindigen op "a" te herhalen: "dadadada", "papapapa", "mamamama" … Deze klanken hebben voor hem nog geen duidelijke betekenis: je bent het die er geleidelijk aan een betekenis aan geeft door erop te reageren. Hij vindt het fantastisch als je komt en zegt "mama is daar" wanneer hij de hele tijd "mamamama" brabbelt! Zo ontdekt hij de symbolische waarde van taal: een geluid komt overeen met een voorwerp.

 

Van 9 tot 12 maanden:

Daar zijn de eerste woordjes!

 

Rond tien maanden begint je baby reeksen lettergrepen zonder herhaling uit te spreken. Zo begint hij stilaan een eigen brabbeltaaltje samen te stellen dat vaak zo onverstaanbaar is dat het wel lijkt of hij een andere taal spreekt!


• Geleidelijk aan zal zijn taal begrijpelijk worden: de eerste woordjes weerklinken gewoonlijk rond 1 jaar. Wees niet jaloers als "papa" of "mama" niet het eerste woordje is ... je baby wil in de eerste plaats vooral duidelijk maken wat hij wil en wat niet binnen zijn bereik is: als hij je niet noemt, dan betekent dit ongetwijfeld dat je al beschikbaar bent voor hem. Zijn eerste woordjes zijn voor hem vaak nog heel universeel: met bijvoorbeeld "lolo" kan je baby zowel de borst, de fles, honger, dorst als de behoefte aan een knuffel of iets anders bedoelen.


Hij zal sneller woorden kunnen begrijpen dan ze zelf gebruiken: op de leeftijd van één jaar begrijpt hij al een heleboel eenvoudige zinnetjes zoals "Kom", "Geef aan mama", "Heb je honger?", "Ga je knuffel nemen" …

 

Van 15 tot 18 maanden:

Extreme leergierigheid

 

• Je baby is dolblij met zijn nieuwe spraakvermogen en wil zoveel mogelijk nieuwe woordjes leren: hij wijst met zijn vinger de voorwerpen in zijn omgeving aan om te weten hoe ze noemen. Reageer op zijn vragen en denk eraan de voorwerpen waarover je praat aan te wijzen om zijn woordenschat te helpen uitbreiden.


Op 18 maanden beheerst hij tussen 10 en 20 woorden die hij onderling begint te combineren: bijvoorbeeld "nog melk" of "papa weg". Verbeter hem niet systematisch als hij iets verkeerd uitspreekt: zo belemmer je immers zijn enthousiasme en spontaniteit. Maak gewoon een nieuw zinnetje waarin je het woord in kwestie correct uitspreekt.

 

Van 18 tot 24 maanden:

Razendsnelle uitbreiding van de woordenschat

Tussen anderhalf en twee jaar neemt de woordenschat van je kind exponentieel toe: op 24 maanden kan hij tot 300 woorden kennen. je kind vindt praten leuk en soms zal je hem maar moeilijk kunnen onderbreken! Hij kan nu al eenvoudige zinnen vormen, waarbij het werkwoord eerst nog in de infinitief blijft ("Jonas eten taart"). Hij kan ook de voornaamwoorden "mij", "ik" en "jij" gebruiken.

 

Rond 3 jaar:

Ik praat zoals de grote mensen

 

De essentie van de taal is verworven, zelfs al laat de uitspraak soms nog wat te wensen over: je kind kan complexe zinnen maken, hij vervoegt de werkwoorden en gebruikt de tegenwoordige, verleden en toekomstige tijd op een correcte manier. Hij kan je verrassen met uitdrukkingen die zo uit de mond van een volwassene lijken te komen en die hij herhaalt zoals hij ze gehoord heeft! Dit is ook de leeftijd van het oneindige "Waarom?": zijn nieuwsgierigheid naar zijn omgeving en zijn drang om nieuwe woorden te leren zijn eindeloos. Probeer hier zo goed mogelijk op te reageren om zijn intellectuele ontwikkeling te stimuleren.


• Vaak wordt bij de start van de schooltijd spectaculaire vooruitgang geboekt doordat een kind op school enorm gestimuleerd wordt door de leerkrachten en de rest van het personeel, maar ook door de andere kinderen.


Aarzel bij het vermoeden van een taalachterstand bij je kind niet om een kinderarts te raadplegen. Allerlei factoren kunnen zijn vooruitgang belemmeren: gehoorstoornissen of neurologische problemen, gebreken aan het spraakorgaan, psychologische of emotionele remmingen ... Alleen een professional kan helpen bepalen of je kind inderdaad een achterstand heeft en wat daarvan dan de oorzaak is.