6 tips voor een zorgeloze start in de opvang

1. Wees vooruitziend

Vaak zijn er in crèches onvoldoende plaatsen beschikbaar om aan de grote vraag te voldoen. Neem ruim van tevoren je voorzorgen om niet vast te zitten op het moment dat je weer aan het werk moet: vraag gerust informatie en schrijf je (toekomstige) baby al tijdens de eerste maanden van je zwangerschap in!

2. Voorzie alternatieven

Een groot nadeel van de crèche: zieke kinderen zijn er tijdelijk niet welkom. Verkoudheid, koorts en buikgriep komen echter heel vaak voor bij kindjes… In zo’n situatie heb je twee mogelijkheden: je gaat niet naar het werk om thuis op je kind te kunnen passen of je zorgt voor andere opvang (grootouders, babysit, onthaalmoeder …). Laat je niet verrassen en denk hier van tevoren over na!

3. Bouw een goede band op met het personeel van de opvang

De relatie met de verzorgsters van je kind in de opvang is minder persoonlijk dan met een nanny of onthaalmoeder, maar wel even cruciaal.

De directrice (of in zeldzame gevallen de directeur) wordt je belangrijkste gesprekspartner: stap naar deze persoon met al je vragen of als er problemen zijn.

Maak ook kennis met de verzorgsters zelf: zij zullen elke dag voor je kind zorgen en kunnen je vertellen hoe zijn dagen verlopen. Vertel hen over de gewoonten, het slaappatroon, de voeding … van je kleintje.

4. Neem de tijd om je baby te laten wennen

Je baby wordt niet zomaar van de ene dag op de andere in de opvang gedropt! Elk kinderdagverblijf voorziet een periode om te wennen: één tot twee weken (afhankelijk van de crèche en je kind) waarin je kind telkens wat langer blijft om te wennen aan deze nieuwe leefomgeving. Eerst breng je in de opvang wat tijd door samen met je kind, daarna laat je hem daar een uurtje alleen, dan twee, vervolgens gedurende de maaltijd en het dutje … en tot slot een hele dag. Zorg ervoor dat je baby al enkele weken voor de eigenlijke start van het opvangplan kan gaan wennen zodat de overgang niet te bruusk is voor hem.

5. Stel je kind gerust …

Alles moet heel duidelijk zijn voor je kind. Het maakt niet uit hoe oud hij is, leg hem altijd uit dat je weer aan het werk moet en dat hij daarom elke dag een paar uur in de opvang zal blijven, maar dat je hem elke keer weer komt ophalen. Verdwijn niet stiekem als je hem brengt, maar maak hem duidelijk dat je gaat vertrekken. Het afscheid moet niet te lang duren: een knuffel, een kus en weg! Wees sterk als hij de eerste dagen huilt: hij zal waarschijnlijk wel kalmeren zodra je vertrokken bent.

6. ...en ontspan!

De eerste dagen in de opvang zijn vaak moeilijker voor de moeders dan voor de baby’s! je kindje voelt je emoties enorm goed aan, dus het is belangrijk dat je zo kalm mogelijk blijft om je angst niet door te geven. Durf met de personeelsleden van het kinderdagverblijf te praten als je verdrietig of bezorgd bent: zij zullen zeker oplossingen voorstellen om te kalmeren, bijvoorbeeld een kort telefoontje door de dag om te controleren of alles in orde is. Vergeet ook niet aan de papa te vragen om de eerste dagen met jou mee te gaan als je je baby naar de crèche gaat brengen: samen wordt deze stap veel draaglijker!